Op de fiets van Nijmegen naar Rome

Jos Joore

 

jos joore1
1 mei

Reizen naar Rome is al zo oud als de weg ernaar toe. Al sinds de dood van Petrus wordt er naar Rome gereisd vooral om zijn graf en de kerk die er bovenop is gebouwd, de St. Pieter, te bezoeken en hem daardoor te eren. In de middeleeuwen kwam daar ook nog bij dat een reis naar Rome, een bedevaart dus, te voet, al je zonden, zelfs de meest ernstige vergrijpen zou vergeven, zelfs uitwissen, waardoor je alsnog in de hemel kon komen en niet hoefde te branden in de hel.
Toen een goede vriend, Ad, mij vroeg hem te vergezellen aarzelde ik niet en hoop dat een fietsreis een evenzeer louterend effect zou hebben. Een overgeteljk afscheid op de Nijmeegse Waalkade, op zondag om 11 uur, helmaal roze gekleurd voor de Grande Partenza van de Giro d’Italia van volgende week, was de start. Een prachtige debuut langs Oortjeshekken, Groesbeek, de Maasvallei met veel zon en leuke toevalligheden in Gennep en boeiende gesprekjes met een veerman en rasechte Limburgers brachten nog meer kleur aan de reis dan de lente al doet.
Het vervolg langs de Rur door wiesen en over golvende slingerende kilometerslange zandpaden in een stralende zon met sehr tolle Fernsichten en een hele leuke Deutsche Reisefreund, die ons de halve dag vergezelde en ons van de mooiste terrasjes liet smullen maakten onze Montag wie ein Sonntag, zodat onze reis niet beter had kunnen beginnen.
Morgen staat der Rhein entlang op ’t programma. De regen, die verwacht wordt zal onze pret niet können drücken.

Werd vielleicht erfolgt

Schüss
Jos en Ad


5 mei
Jos en Ad in der Heimat

Once in a lifetime, wat een boffers zijn we dat we dit mogen meemaken. Wat een weer hebben we. Fietsen door fris groene weiden met bomen die net in ’t blad zijn, de zon lachend aan de hemel, helemaal blauw, de armpjes en de beentjes uit en in de korte boks, een prachtig golvend landschap met eerst uren de Rijn en vandaag na prachtig Heidelberg de veel intiemere Neckar, met zijn al behoorlijk golvende wegen en prachtige vergezichten met burchten, kastelen, stadsmuren, kloosters en eindeloze boomgaarden, vol perenbloesem oplichtend in het al krachtige lentezonnetje, zelfs lekkere geurtjes van alles wat de natuur voor ons nog in petto heeft. Een beter jaargetijde hadden we niet kunnen kiezen en de weergoden zijn ons zowiezo welgezind. Genieten is het woord dat hiervoor uitgevonden is en dat voelen we ook zo en een ontroerend gevoel van dankbaarheid maakt zich van ons meester en dat houdt al meer dan honderd kilometer per dag ons in zijn ban. Het voortdurend gevecht tegen zadelpijn nemen we voor lief en een lekke band meer of minder deert ons niet, zadelpijn hebben wij niet uitgevonden, het is er wel, maar proportioneel denken sleurt je ook hier weer verder, we are lucky guys. Now we are too tired to think. Het bed is de enige remedie en morgen gezond weer op een nieuwe mooie fietsdag tegemoet.

Sleepy Jos en Ad


9 mei

Fietsen is saai voor de benen, ze kunnen maar een kant op en draaien maar rond, halverwege het lichaam is er een voortdurende strijd, die zadelpijn genoemd wordt, een ergerlijk dom woord, net als of het zadel de pijn voelt, nou wij weten wel beter. Ontelbaar zijn de verzittingen om het bovenophetzadeldeel naar het etappeeind te wringen. Ruimschoots verwaarloosbaar is dit alles als je de eindeloze ervaring gevoelt, de kick van één met het landschap zijn. Alleen het groen al om je heen, alle tinten, veel meer dan grijs, dat frisse, nieuwe ontluikende, je ziet ’t groeien, de natuur, die overal om je heen aan ’t om zich heen exploderen is, de bloesem als het kroonstuk op alles wat de lente vermag, en die prachtige blauwe hemel, met die sprankelende zon, die een frisheid heeft en pas later de loomheid en pufferige branderigheid op je hoofd laat stralen. Rood komt maar weinig voor en wit ook niet zoveel, dat zou alleen maar de sfeer bezoedelen, voor mij dan, want het rood en wit van Amsterdam is verlopen en grauw, dat van die andere voetbalclup heb ik al een etmaal te lang moeten dragen, maar ja, die boerenkar met al die dronken voetballers erop zullen wij hier niet tegen komen. Hoewel ik af en toe verschrikt omkijk of ik niet een Frank de Boer achter ons op zie vluchten.
Het leven is vluchtig maar voor ons is het eindeloos net als onze horizon nog is. Heel in de verte zien we de Alpen op ons af komen en worden we weer heel klein. Liggen maar weer dus.

Weilheim, 1000 km weg

 

11 mei

Al meer dan 10 dagen rollen ons de landschappen voorbij als een bonte pracht van meesterwerken van de natuur, de Rijn, de Alpen en niet te vergeten al die aardige mensen, die we vluchtig ontmoeten, als we weer eens wat willen weten, die ons helpen met zoeken en als het woord Rome valt een bewonderende, verwonderde blik hebben, waarvan de ware aard niet steeds duidelijk is. Is het? -”o, wat knap”, of “zou je dat op jullie leeftijd wel doen”, “zou ik ook wel willen”, “hebben ze niets beters te doen” of, “Ryan Air doet er een paar uur over”, enz-
We ontmoeten veel vriendelijkheid, aardigheid en betrokkenheid, mensen die al gidsend voor ons uit fietsen, soms in onverstaanbaar dialect ons boerenkoolduits matchen en mixen tot er iets van een beetje begrip aan beide zijden ontstaat. Het leven op de fiets is zo dagvullend en zo eetlust-, drankzucht-, en slaapbevorderend dat er niets meer voor ons te wensen overblijft.
Nog een paar dagen en dan rollen we Bella Italia binnen en gaan we het fietsdeel terugschroeven en wat ruimte maken voor wat La Dolce Vita ons te bieden heeft. Het weer is onze beste vriend en doet nog steeds heel erg zijn best en wij ook trouwens, pfff. Houwen zo dachten we maar en we trappen maar weer verder.

Grüss Gott
Jos en Ad

    
13 mei

Met uitzicht op besneeuwde bergtoppen en de zon net erachter verdwenen, het terrasje ontruimd, de biertjes hebben ook hun weg gevonden, zijn we al helemaal italiaans met de Meraners geworden en dromen we nog na, uitpuffend op onze bedjes van al het moois wat we tot nu toe hebben meegemaakt. De reis is het doel, niet Rome, dat geeft er de kleur aan, maar ’t fietsen er naar toe, die 2000 mooie kilometers is ’t doel.
Om een uur of 9 zetten we ons op de fiets en begint ’t feest. Zo gauw we de wijde blik om ons heen hebben, begint onze leeuwerik zijn lied hoog in de lucht te zingen en onze tjiftjaf is er weer zo gauw er water en struikgroen is, onze zwaluwen scheren de beekjes op jacht naar voedsel, de vink zingt ’t hoogste lied samen met de merels enz. Dit is onze sound! Geen motorengeraas, geen haast.
Een langgerekt fietspad langs de mooiste, plekjes die ’t traject te bieden heeft. We mijden steden, volgen de loop van rivieren en beken, zorgvuldig uitgekiend door ene Hans Reitsma, die er zijn levenswerk van gemaakt heeft. We zijn verstoken van internet maar zijn wel online met onze Garmin. We volgen zijn paarse lijn die van Amsterdam naar Rome loopt via ’sHeeren’s mooiste wegen. Er rust zegen op onze tocht, hoewel onze beste vriend, het mooie weer, ons gister danig in de steek liet toen we Italie in de stromende regen moesten inklimmen over een lengte van 7 km met 8% stijging en als verzopen katten mochten genieten van een belloofd onvergetelijk panorama van grijze regenslierten en een zicht van grauwe nevel. Merano en de schitterende Tiroolse dorpjes doen onze stoutste dromen weer uitkomen. De dorst wordt gelaafd met Forst bier. Vorsten, zo voelen wij ons nu, houwen zo.

Saluti
Jos en Ad

    
18 mei

De Alpen uitrijden is een feest, een continue afzink, langs de Adige, of zo je wilt de Etsch. Tweetaligheid maakt van Auer, Ora, -van Bozen, Bolzano, -van Clausen, Chiusa, - van Brixen, Bressanone, - van Sterzing, Vipiteno, hoe verzin je ’t. De miljoenen-subsidies van de ECB stromen net zo hard hier als het ruige water, wat voor ons goed uitpakt. De fietspaden worden steeds mooier, vlakker en gestroomlijnder. Er komt nu zelfs aan beide kanten een geelgouden lijn, in plaats van een dof asfaltrandje, met soms een wit, vaal lijntje. Af en toe wordt het fietspad wegdek zelfs rood gekleurd en het lijkt wel of er voor ons een rode loper uitgerold gaat worden. Dit allemaal om het noodlijdende Italie, met zijn steeds groter wordende staatsschuld uit het slob te trekken. Miljoenen aan infrastructuur, dankzij bankbaas Mario Draghi, Italiaan, de man van het geld uitgeven, om de economie aan te zwengelen tot grote ergernis van de Duitsers en onze Mark Rutte.
Met de zachte frisse lucht van de Italiaanse primavera in onze neuzen peddelen we langs typische Tiroolse dorpjes en de eindeloze wijngaarden
Het lijkt wel of alle Italiaanse haantjes met hun mooie fietsen en snelle outfitjes met die kirrende, belle ragazze in hun kielzog erop uitgetrokken zijn om er een mooie pinksterdag van te maken. En wij zien dat allemaal met verwondering aan en denken aan de lafenis, van een paar grote glazen bier, een warme douche en een lekkere pizza bicicato of pizza ruotanienterotto met een dolce van panna cotta na zo’n pinkstermaandag, zonder panne, zoals je die niet vaak meer zal gaan meemaken.
Bardolino aan ’t Gardameer lacht ons tegemoet en Rome is nog 600 kilometer weg. Laat dat nog maar even nog goed ver weg zijn.

Bella Italia, ciao!

    
21 mei

Het mooiste deel van de reis is aangebroken. We zijn de Apenijnen binnengeklommen en genieten bij voortduring van de wijdse vergezichten en het zonnige lentelandschap net boven Florence, waar we morgen binnen hopen te vallen. Waren we eerst vooral fietsers, nu worden we meer toeristisch. Minder kilometers, meer Toscane. Vorig jaar ongeveer hetzelfde traject gedaan met de auto en het verschil is imponerend, onherkenbaar anders, fietsend voel je je een met het landschap, het past.

We hebben heel vette mazzel. Onwetend dat er hier geen hotelkamer meer te vinden is vanwege een mega-motorevent: MotoGP van Italie 2016, in Mugello, vlak bij Firenze. We bevinden ons in een zo landelijke omgeving, dat er de slaapplaatsen zowiezo schaars zijn. Laat ons nou gelukkig de enige slaapplek vinden, die er nog over was. In een Prima hotel, wij tussen de Ducati’s, de tattoos en het leer!!!. Pffff was dat! Want we hebben wel hele goede benen maar niet om nog voorbij Florence te komen, waar plenty plek is.
Vandaag gaan we naar de 26 graden met veel zon het prille Toscaanse prachtgebied doorkruisen. We zullen niet de enigen zijn want er is nog een event! Zo’ n duizend oldtimers van voor 1957 gaan met ons meerijden. We zullen in deze menigte van blik wel niet opvallen, want wij behoren er zelf ook toe. We duiken Florence en zijn renaissance in! Palazzo Vecchio, Ponte Vecchio, Michelangelo, David, we komen eraan.

Monghidoro,
Jos en Ad

    
22 mei

Het Toscaanse land is misschien we het meest bejubelde ter wereld, in Barberina, waar wij de nacht doorbrachten, heeft Beatrix een optrekje en die kan het weten, wat wil je met zo’n vader. Wij kunnen er ook al wat van! Neergestreken in wat Spanjaarden een finca zouden noemen zitten wij aan tafel met een schitterend uitzicht over de volle rondingen van het toscaanse landschap, een paar lekkere Meronibiertjes in de stralende zon, met azzurriblauwe hemel en als toegift ook nog een italiaans ingekleurde spijskaart, che volete di piu. Langzaamaan gaat Toscane liggen en klimt de nevel naar de horizon, God doet het licht zachtjes uit en laat nog een gloeiend randje over, de daagse geluide sterven langzaam uit en een eenzame hond blaft nog eens, een vanstreekse haan krast nog wat en de kikkers in de plas heffen hun kwaken aan. Een rode Chiantigloed benevelt ook onze geest en zien wij toenemend wazig terug op weer een prachtige dag in dit goddelijk land. Wat een schoonheid troffen wij weer aan, hoe prachtig is Siena, met zijn piazza, zijn middeleeuwse schoonheid en zijn duomo, die zo evenwichtig, ongeëvenaard, majesteitelijk, gracieus, oprijst hoog boven de stad uit en we hadden Florence al achter ons met al zijn rijkdom en renaissance­pracht.

De duisternis is ingetreden, lichtjes flikkeren in de verte, een dag als deze is eindeloos. Hoe overbedeeld heeft de schepper dit stukje aarde. Hadden de engelen geen gelijk toen onze schepper op de zevende dag ging rusten en ze tot hem zeiden: “Hoe heeft ’t kunnen gebeuren dat Italië zo overbedeeld is ten opzichte van alle andere landen?” Daar had onze Lieve Heer niet van terug en na nog eens goed rusten ging ook bij hem ’t licht aan .... en .... Eureka ..... Ik heb de oplossing gevonden...... ”We zetten er wel Italianen in”. En God zag dat het goed was. En wij, wij zagen niet veel meer, de nevel en de duisternis hadden de dag afgerond en onze bedjes en de nieuwe dag komen er weer aan.

Saluti a tutti
Jos en Ad


jos joore230 mei

De reis naar de eeuwige stad is volbracht. Aan het eind van inderdaad een voorvoelde rode loper van 20 kilometer, een door groene rietkragen omstuwd fietspad, vielen we bijna ongemerkt Rome binnen, aan de Milvische Brug, waar Constantijn de Grote nog goede herinneringen aan heeft. Het landschap van Toscane en ook die prachtige kleine, oude Etruskische stadjes, die steevast op steile bergtopjes liggen, waar we ons naar toe moesten wringen, is geweldig.

We voelden ons als Romeinse Keizers tijdens hun zegetocht over het Forum Romanum, onthaald door onze meisjes met lauerkrans en champagne. De reis is het doel en zo is ’t. We hebben ’t er goed af gebracht, soepel gegaan, we voelen het niet als een prestatie. We zijn blij en gelukkig dat we het hebben kunnen doen. In opperste overeenstemming, een maand lang samen optrekken in weer en wind. En het weer was net als wij in een voortdurende opperbeste stemming.
Una volta nella vita, once in a lifetime, om nooit te vergeten en om steeds weer aan terug te denken.

Ciao Roma
Jos en Ad

 
jos joore3