Hoe schrijf ik een blog?

door Arnoud Boerwinkel

 

“Pension Fars aan de rand van de Bazaar. De kamer is zo klein dat we op het bed moeten liggen om te werken. Het plafond is een mozaïek van benzine-blikken van BP, dat hier en daar een straaltje maanlicht doorlaat. Een stuk of wat vlooien. Koerdische clientèle, Qashqaino-maden die naar schaap stinken, boerinnen die afgemeten naar ons glimlachen en in de kamer een Assyrische handelaar, die eindeloos dezelfde piepkleine bedragen bij elkaar optelt.”

Dit is het begin van een hoofdstuk uit De wegen van de wereld, een reisboek van Nicolas Bouvier uit 1963. Met deze summiere sfeertekening van een verblijf in een Iraans (toen nog Perzisch) pension geeft hij je meteen het gevoel dat je naast hem in dat kamertje staat. Dat nodigt uit tot verder lezen. Welke schrijver wil dat niet? Dat je lezers niet alleen jouw reisverslag met rode oortjes lezen, maar ook: dat ze halsreikend uitkijken naar je volgende verhaal. Hoe krijg je dat voor elkaar? In dit artikel geven we een aantal tips om te bevorderen dat ook jouw reisverslag met plezier gelezen wordt.

Tip 1: Tenzij je over het schrijftalent van Nicolas Bouvier beschikt, schrijf niet elke dag een verhaal. Houd de spanning erin en beperk je tot één, hooguit twee maal per week.

Tip 2: Houd tijdens de wandeling een opschrijfboekje bij de hand. Daarin kun je heel kort met steekwoorden indrukken opschrijven. Beperk je daarbij niet tot wat je ziet, maar ook tot wat je ruikt, hoort, voelt, proeft en ervaart. Dat hoeft maar heel kort te zijn. ’s Avonds kun je die aantekeningen nog wat aanvullen en summier uitwerken. In plaats van een opschrijfboekje kun je ook de spraak­memo-functie van je smartphone gebruiken.

Tip 3: Wees zelfkritisch en bedenk voor wie je schrijft. Houd er rekening mee, dat buiten jouw reis het leven gewoon doorgaat en dat mensen al heel veel mails krijgen. Vermijd daarom “en-toen-en-toen-verhalen”, maar beperk je tot de hoogte- en dieptepunten, de contrasten, de verwachtingen en eventuele teleurstellingen. Elke keer een thema helpt je te focussen: bijv. de bloemen op je tocht, de inhoud van je rugzak, de geluiden die je hoort, de bewegwijzering, de overnachtingen, wandelen vanuit de invalshoek van een paar voeten.

Tip 4: Show; don’t tell, is een vuistregel voor elke schrijver. M.a.w. vertel niet dat je door een mooi landschap loopt, of een leuk gesprek hebt met een charmante bakkersvrouw, maar laat zien waarom dat landschap of die vrouw of dat gesprek indruk op je maakt. Neem de tijd en de ruimte om in te zoomen op de details, zodat de lezer met je meeleeft en -voelt. Dialogen verlevendigen het verhaal.

Tip 5: Denk na over de openingszin waarmee je je lezer je verhaal in wilt trekken. Aarzel niet met de deur in huis te vallen, bijvoorbeeld met een dialoog, een raadselachtige sfeer, een paradox of een beeldende situatie. Maar ook een waardige afronding verdient enige aandacht. Het leest prettig als je aan het einde tot een bevredigende conclusie komt, weer teruggrijpt naar het begin of de lezer weer in de wereld terugbrengt naar het nu. Dat doet je lezer verlangen naar het vervolg van je tocht. En dat stimuleert jou na te denken over de volgende openingszin...


Nog twee voorbeelden

“Vannacht heeft het geregend na een hele warme dag. We hadden besloten om vandaag  een etappe van 20 km te lopen. Eerst brood gekocht voor onderweg en toen de eerste kilometers gelopen. Na ongeveer 1 uur begon het te regenen, eerst miezeren en daarna wat harder, we hadden toen een kilometer of vijf gelopen. In het eerste dorpje even koffie gedronken met een stuk appelgebak. Het was inmiddels droog en de zon scheen dus zijn we maar verder gegaan.“

Dit is het soort reisverslag waarmee je je lezer binnen een minuut in slaap hebt gewiegd. Hij gelooft het wel en het volgende verslag wordt misschien nog plichtmatig open geklikt. Maar dan houdt de lezer het voor gezien en dwaalt zijn aandacht af naar spannende filmpjes op YouTube of naar de tot de verbeelding sprekende beursberichten en aandelenkoersen...

“Zingend van gelukzaligheid loop ik door de stromende regen. Ik voel het regenwater dat in bakken uit de hemel komt in kleine stroompjes langs mijn broekspijpen in mijn schoenen verdwijnen. Mijn voeten soppen in mijn doorweekte sokken, maar het deert me niet. Nee, mijn dag kan nu al niet meer stuk, want heb ik zojuist een geweldige ontmoeting gehad. Dat begon zo...”

Als je zo je verhaal begint kun je erop rekenen dat de lezer verder leest. Waarin zit hem het verschil? Laat de chronologie los. Dat de dag begon met brood kopen en dat je een regenbui over je hoofd hebt gehad en vervolgens ergens een kop koffie hebt gedronken: allemaal niet interessant. Begin je verhaal met een pakkende inleiding, het hoogtepunt of het dieptepunt en vervolg met een scène die hieraan voorafging. Dit kan worden gevolgd door een middenstuk waarin wordt uitgeweid – en eventueel een slot waarin een conclusie wordt getrokken.


Andere tips

  • Zorg voor een pakkende titel en voeg kopjes en subkopjes toe.
  • Vermijd een verhaal met alleen hoogtepunten. Noem ook de dieptepunten en aarzel niet contrasten daartussen te beschrijven, desnoods enigszins aan te scherpen.
  • Schrijf associatief: ga ook in op de herinneringen die bepaalde beelden of ervaringen bij je oproepen. Dat geeft je verhaal profiel.
  • Probeer je verhaal verder beeldend te maken door het gebruik van metaforen en vergelijkingen. Jan Brokken beschrijft (in “De wil en de weg”) een grijze hemel als ‘zeven tinten grijs, geschilderd door een manisch-depressieve God’, maar waarschuwt tevens voor overdadig gebruik van beeldspraak. ‘Je moet beelden alleen gebruiken wanneer ze een dramatische kracht hebben’
  • Houd het kort. Schrijf in korte zinnen, gebruik de actieve werkwoordsvorm, vermijd formeel taalgebruik en een overdaad aan bijvoeglijke naamwoorden.


In 2013 publiceerde Arnoud Boerwinkel zijn boek “Op 'n bolletje wol naar Rome”, waarin hij de blogs bundelde die hij schreef tijdens de voettocht die hij in 2012 maakte van Amsterdam naar Rome. Het boek (ISBN 978-94-6228-329-9) is in de boekhandel te koop voor € 19,50, maar kan ook direct bij de schrijver worden besteld. Dan krijgt je het voor € 18,– thuisbezorgd. Mail naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it..